zondag 4 februari 2007

De baggerpaden op, de eikenlanen in

Na dagen van datakloppen en andere wat minder leuke dingen te hebben moeten doen gistermiddag met de vriendin een eind gefietst volgens het principe 'een keertje links, een keertje rechts' (en dan verdwalen maar..). Bij de Hatertsebrug in Nijmegen gelijk over de brug aan de zuidkant onder de brug door en dan langs het kanaal naar het zuiden. Na ongeveer honderd meter lag een Koolmees, in aanraking geweest met een stuk glimmend westerse welvaart, zieltogend langs de weg. Het vrouwtje, te herkennen aan de smalle stropdas, was waarschijnlijk net dood en door z'n compleetheid mooi studiemateriaal voor de vriendin ('hé, gadver...').

Na vijfhonderd meter langs het kanaal sloegen we rechtsaf een stuk bos in. De Hatertse Broek, voor mij nog steeds van ongekende schoonheid zo dicht bij de stad. Oude eiken met een mooie ondergroei, hier en daar met percelen jonge bomen en een perceel Beuken. Ik leerde het kennen toen er vorig jaar Pestvogels in de Weezenhof zaten en elke keer als ik er kom is het weer genieten. Helaas geen Middelste Mooie, wel meerdere Grote Bonte Spechten, Kepen, Sijzen, Glanskop en andere bosbewoners. Via de Weezenhof (dit keer zonder...) over de A73 en dan rechtsaf, langs de kaasboerderij, de bossen in.
Hier zette ik het eerder genoemde principe écht in, dus we zijn langs Het Wijchens Ven, De Berendonck, Alverna, Overasseltsche vennen, De Schatkuil en weet ik wat allemaal gefietst, maar hóe...don't ask me.Het was qua vogels vrij rustig, maar het was ook al later op de middag. Verschillende soorten mezen passeerden de fiets en bij vakantiegebeuren Walrick zaten maar liefst zes Grote Bonte Spechten (op kamp?) bij elkaar.

Uitgewaaid 's avonds eens geprobeerd weinig te doen, wat redelijk lukte, om
vandaag met de bus naar Plasmolen te gaan. Bij halte 'pannenkoekrestaurant' eerst even een blik op de Mokerplas geworpen. Er zwommen redelijk wat vogels, onder meer de nog Gavia immer aanwezige IJsduiker. De rest niet goed bekeken, een flinke wandeling stond nog voor de boeg. Langs de Witteweg bij de brug werd ons gesprek begeleid door een Appelvink, Groenlingen en andere Plasmolense vogels. Langs het pannenkoekrestaurant de St.Maartensweg en daarbij de St.Jansberg opgelopen en gelijk rechtsaf onderlangs naar het oosten gelopen. De eerste van vele Glanskoppen liet gelijk van zich horen en de Canadese Ganzen lieten meer dan duidelijk horen dat dit gebied van hun is. De Helweg overstekend liepen we De Diepen in.

Bij de bosvijvers lekker een flinke tijd op een boomstam gezeten, om te luisteren of er hier Middelste Bontjes zouden roepen, een banaan weg te happen en te genieten van de rust. Een Zwarte Specht schalde aan de oostkant door de bossen en Grote Bonten hamerden er lekker op los. Boomklevers waren druk bezig met van alles en niets en Vinken en Kepen patrouilleerden door de boomtoppen. Het aantal wandelaars was hier al aardig geminderd. In een poging tot een nulwaarneming aan wandelaars te komen drasten we verder naar het oosten, om de bosvijvers heen en weer onderlangs verder. Ik probeerde nog steeds de Glanskoppen bij te houden, maar omdat het een wandeling (ook) om de wandeling was en we lekker aan het beppen waren, kwam ik uiteindelijk niet verder dan de uitspraak 'hé, zingende Glanskop, hé roepende Glanskop'. Een zingende Goudhaan, de roepende lokale Buizerd en verschillende soorten mezen zorgden voor menig maal voor een korte stop.

Bijna aan het eind van De Diepen trokken we door het bos omhoog, over de St. Maartensberg en weer richting de west. Sijzen foergeerden her en der groepsgewijs in de bomen, een Appelvink probeerde weer eens onopvallend te doen en de wandelaars namen weer toe. Een Kleine Bonte Specht leverde eens een andere uitspraak op als 'hé....', terwijl in het noordwestellijk deel van de St.Jansberg ergens nóg een Zwarte Specht moest zitten, blijkens de verschillende uitlatingen van een vogel. Prachtig schouwspel leverde vier cirkelende en roepende Buizerds in een strakblauwe hemel boven de Zevendalse Baan. In het Zevendal stak we dit dal over naar de Mokerheide, alwaar het bij de ingang bijna een nummer trekken was, zo druk was het er. Toch even lekker 'zondags klassiek' boven op de heide de jas uit, bammetjes gegeten en gekeken welke kerktorens nu bij welke dorpen hoorden. Een mannetje Torenvalk probeerde tussen alle wandelaars het midden te houden op de heide.

Niet al te lang stil gezeten, de gelopen afstand begon zich al in de voeten te wringen en linksom rechtsom cruisten we door het bos, langs paadjes die soms steeds smaller of modderiger werden ('euhm, gaat dit wel goed...'), langs scoutingterrein, richting Mulderskop. Althans, ik dacht dat we al een beetje in de buurt van de Mulderskop zaten, een plaatsbord 'Mook Middelaar' bracht me snel terug in een andere realiteit. Door iets te kleine schoenen werd lopen nu ietsje meer strompelen bij de vriendin. Naar Mook lopen en een bus pakken? Neh, nog even de Burgemeester Sengersweg in! Aan het begin natuurlijk weer Glanskoppen (vier, oa. zingend) en een Appelvink. Zo pakten we nog even de Heumense Schans en wat Kepen mee. Onder percelen naaldbomen was het vaak helemaal bedekt met stukken groene tak, iets wat we ook al op de St.Jansberg zagen. Of dit nu kwam door de afgelopen storm, of door boswerkzaamheden (geen spoor van te zien overigens), het rook er wel lekker!

Na in Molenhoek het spoor overgestoken te zijn kwamen we blijkbaar in 'de goudkust' van dit dorp terecht, dus stapten we over op huisjes kijken. Twintig minuten later wilden we nét plaats nemen in een bushokje, wat een soort van 'gestoken zijn door iets'-reactie teweeg bracht: blijkbaar met grote vertraging stopte lijn 83 na tien seconden voor ons. De laatste nu toch wel wat zwaardere loodjes legden we in de bus af...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten