vrijdag 14 april 2006

Van karmijnrood tot helblauw

Nadat vanmiddag op m'n werk, tijdens een experiment met een tent buiten, m'n dag al werd opgevrolijkt met een traag cirkelende Ooievaar (zal ie wel of niet op de punt van de tent a 16m hoog, gaan zitten?), een Slechtvalk met prooi richting mast, verscheidene Kleine Mantelmeeuwen en de nog steeds aanwezige Appelvink, was het om vijf uur mooi geweest en hoog tijd om weer de polder in te trekken.
Via de Persingensestraat, een poging wagend de eerste Tapuiten van de akkers te plukken fietste ik richting oost. Bij de scherpe bocht naar links, tegenover de wei Merkelen(?)Kamp bevond zich aan de noordkant van de weg een zéér interessant akkertje met heel veel dwarrelende puntjes er boven ('boem-tie-tie-boem' deed m'n hart, moest gelijk aan het Blauwe Kieken-akkertje van de Bergerheide denken).
Langzaam langs de rand van de akker lopend kwamen steeds meer Kneutjes in groepjes de lucht in, tot ik dacht dat ik er met zo'n 50/60 wel was. Het soms prachtige karmijnrood van de mannetjes Kneu werd kleurrijk vermengd met de meewolkende Groenlingen. Bedachtzaam liep ik linksom een haagje Wilgen, waarachter een prachtige akker op mij bleek te wachten lag. Verscholen tussen Wilgen was het één en al ruigte. Een voor mij aangelegd pad leidde me er door, die Grauwe Gors móet er hier tussen zitten. Want ook hier kwamen tientallen Kneutjes van de grond, en ook nu weer vermengd met Groenlingen. Zingende Putters en een Zanglijster in de Wilgenranden deden me eigenlijk wel verlangen naar een stoel en een koud pilsje hier, zucht...
Ook deze groep van zo'n 70 Kneutjes en Groenlingen voegden zich bij de groep aan de andere kant van de haag. Via de andere zijde liep ik de akker weer af, waabij ik nu de hele groep zag. Waar van de winter hier nog Kepen en Barmsijzen hun maaltijd bij elkaar scharrelden zat nu een groep van zo'n 150 merendeels Kneutjes en Groenlingen, wonderbaarlijk mooi.

Na m'n fiets uit de klei te hebben getrokken toog ik richting Leuthsestraat, nog een Havik op de hoek met de Koudedijk meepikkend, in de hoop ergens een 'struweel/akker'-vogel te ontdekken; Tapuit, Roodborsttapuit, maar ook Beflijster zou niet te versmaden zijn. Helaas niets van dit alles en aan het eind draaide ik rechtsaf de Ooyse Bandijk op. De tientallen Oeverzwaluwen en Boerenzwaluwen waren blijkbaar met andere zaken bezig, de hele plas was leeg. Onder de bomen aan de overkant dobberden wat Kuif-,Slob-, Berg- en Krakeenden. De Oeverzwaluwen bleken echter boven Tiengeboden te dwarrelen, samen met Boerenzwaluwen.

Rechtsaf de Hezelstraat in, maar ook hier géén lawaai van jewelste. Met de fiets aan de hand naar het oosten gelopen, in de hoop nog een vrouwtje Blauwe Kiek op te pikken na de spannende waarneming van afgelopen woensdag. Maar ook hier overheerste de stilte en weer linksafslaand de Kruisstraat in, vormde zich de gedachte dat alles dan maar ging gebeuren langs de Langstraat, die ik niet veel later inreed.

Een Buizerd wordt niet zo heel vaak zo lang geirriteerd door kraaien, dus die zwevende roofvogel voor mij, die ik zag tussen de bomen door, zorgde voor een spurt en bleek een vrouwtje Bruine Kiekendief het slachtoffer te zijn van een koppel Zwarte Kraaien. Nadat de vogel uit het zicht was gleed ik de Paardenwei óp. Een zwarte vogel schoot de struiken in en daar bleef het bij. Opeens ontwaar ik een stipje in het zuiden, heel hoog, die vrij snel afglijdt richting noorden. Uiterlijk deed me denken aan kiekendief of wouw, maar er gebeurde niet veel meer dan doorglijden. Héél hard denkend; "toe dan, toe dan. Één rondje, ééntje maar' (wie kent dat niet), stopt de vogel ineens de glijpauze en gaat over tot cirkelen. Redelijk ver, maar goed te zien was de heel licht gevorkte staart. Nog geen vijf minuten geleden al mooi de Bruine Kiek kunnen bekijken, vliegt hier de 'verwar'-soort over; een Zwarte Wouw! Al cirkelend zet de vogel z'n reis verder. (Bruine Kiek en Zwarte Wouw kunnen in vlucht ontzettend op elkaar lijken).

Na de hele Paardenwei door te hebben gelopen, mevrouw Ooievaar een knipoog te hebben gegeven, en voorzichtig achter elk bosje te hebben gekeken, je weet maar nooit, kwam aan het eind van het rondje als een lekkere taart op m'n toef slagroom, een zwarte lijster met bleekwitte vleugels uit de struiken zetten. Het zou toch niet...? Paardenwei is een achterhaalde naam, vanaf heden ben ik voor Beflijstervlakte (of zo). Niet één, maar drie prachtige Beflijsters kwamen uit de struiken zetten, zo van 'en meneer Wester, lekker rondje gelopen, tadaa..zijn we dan' Na een tijd de in ieder geval 2 adult zomerkleed mannetjes en vermoedelijk één vrouwtje (liet zich wat moeilijker zien) te hebben bekeken haalde ik m'n fiets uit de droge sloot en besloot richting huis te gaan, de natuur is best mooi, maar je moet er wel iets bij te eten hebben.

Bij de Vlietberg kiezen nog vier Witgatjes het luchtruim en terwijl ik vlak voor Schependom snel links in m'n hand kijk hoe laat het is, zie ik in m'n rechterooghoek naast het eerste huis plots een grote kring in het water. Het silhouet van een IJsvogel sluit m'n korte, maar geslaagde rondje Groenlanden af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten