Het was in ieder geval níet koud! Maar als ik zó zou zweten was ik in vijf minuten uitgedroogd. Terwijl de hemelkraan goed open staat komen Jan, Hennie en ik om vijf over negen bij het HD-gemaal aan, waar al zes man en één vrouw sterk staat. Na nog even gewacht te hebben op nakomers verdelen we ons over drie auto's en rijden de Ooijpolder in. Bij de 'oude-van-dagen-kolk' valt m'n oog op twee witte en twee bruine puntjes op het water. De eerste stop is gemaakt. Twee man en vier vrouw Nonnetje dobberen op het water. Vlak voor ons zwemt een vrouw Grote Zaagbek. Dit stemt ons al tevreden. Dan gebeurd iets wat volgens mij nog nooit is gebeurd bij een VWG-excursie. We zijn iemand vergeten mee te nemen bij het HD-gemaal! Snel rijdt een auto terug en pikt de tiende man weer op. Had eigenlijk z'n gezicht wel willen zien.
Vanaf een afstandje is al te zien dat er weer drie ganzen op de dijk zitten: het setje Grauwe/Kleine Rietgans is weer compleet en laten zich uitdagend bekijken. Ze zwemmen van ons af. Echt wild dus! Na een korte natte check van de rest van de plas slaan we de Hezelstraat in. Langzaam rijden we langs het eerste rietveld, het lijkt rustig. Door het open raam hoor ik een 'huwiet'-roepje. Met een 'je-weet-maar-nooit' stoppen we. Als je een raar geluid in een bosje niet kunt plaatsen, maak er dan maar een Koolmees van. Zo ook in dit geval. Tot onze verbazing klinkt er ineens 'ping' uit het riet. Als snel heeft Martin Slot de Baardmannetjes in beeld. Ze blijken vlak voor ons in een klein rietstukje te zitten. Zelf tel ik er vier, er worden er zes geteld. Dit gaat héél goed! Ook drie Waterrallen gillen het uit. Bij het tweede rietveld stoppen we ook weer even, hier werden de Baardmennekes eerder gehoord. Één persoon meent hier ook een Baardman te horen, het blijft daarna helaas stil. Een Grote Zilverreiger flapt zich een weg over de weilanden bij de Plak en er worden enkele Kramsvogels roepend gehoord. Een Rietgors vliegt naar het westen. Langs de Kruisstraat wordt een groepje ganzen bekeken. De Grauwe Ganzen gaan, gestoord door een boer, later op de wieken.
Bij de Bisonbaai wordt alles weer uitgeladen. Een groep Huimussen knussen gezellig in de haag bij Oortjeshekken, een wolk Groenlingen vormt een eigen bui en valt snel weer in. Er zitten weinig eenden op de baai, het leukste vliegt over: een Grote Mantelmeeuw, tien Kieviten, negen Wulpen en een Sperwer. Onder toeziend oog van twee adulten ontleden twee juveniele Grote Mantelmeeuwen een ondefiniëerbaar iets op het strandje bij de steenfabriek aan de Erlecomsedam. Bij het infobord van de Kaliwaal is het hoogtepunt twee Waterpiepers, de rest is leeg. Op een kolkje langs de Duffeltdijk zie ik het silhouet van iets bekends. We rijden langzaam door, maar de rem wordt toch ingetrapt: een vrouw Grote Zaagbek trekt haar baantjes. Het plan om een wandeling te gaan maken op de Duivelsberg regent even snel weg als het bedenken er van. We zetten in op het idee om onder de inmiddels erg donkere regenbuien door te gaan rijden en in te zetten op een droge Kraaienbergse Plassen. Via Berg en Dal, Groesbeek, Mook en de Toendrarietganzen aan de westkant van plas 9, draaien we later de parkeerplaats van deze de plas op. Ditmaal geen bevriezende omstandigheden als gisteren en hoopvol richten we halverwege het fietspad langs de plas de telescopen op het wateroppervlak. Twee Brilduikers schieten langs, de Topper wordt helaas een Dobber. Wel ben ik zelf even sprakeloos als er ineens een Grote Zeeëend in m'n kijker verschijnt. Dit lijkt sterk een andere vogel als eerst: de vogel heeft geen witte kopvlekken zoals bij de eerdere vogel wel goed zichtbaar was. In de toppen van een groep bomen worden de Zanglijster en drie Koperwieken aan de lijst toegevoegd.
Na het tunneltje gepasseerd te zijn rijden we Linden binnen. Langs de noordkant van de KBP rijden we naar plas 5. Een Holenduif op de reling van de brug ten noorden van Linden wordt er bijna afgeblazen door ons passeren. Een stuk verderop, bij de boerderij bij Ganzenorgel hebben zes Holenduiven ieder hun eigen weidepaaltje. Een groep Ringmussen bekijkt vanuit een boom de Vinken die het kuilvoer proberen te decimeren. De Kramsvogel op een paadje wordt opgemerkt en tien minuten later staan we vanaf de noordoever te genieten van de nog aanwezige Roodkeelduiker. In een hoekje zwemmen een man en twee vrouw Grote Zaagbek en na een telling van de hele plas kan ik 19 Brilduikers noteren. We proberen de Roodkeelduiker dichterbij te bekijken en rijden naar de zuidkant van de plas. Tuurlijk zwemt de duiker nu voor onze oude plek. De Bergeend op de zandplaat wordt vanaf deze plek al opgemerkt en later van dichtbij vanuit de hut bekeken. Een hele grote groep ganzen, met in ieder geval Kol en Rietganzen strijkt neer langs de provinciale weg ten zuiden van de hut, in de hut wordt onder genot van een kop thee (Hennie) of koffie (de rest) een Tafeleend, Dodaars, Witte Kwikstaart, Wintertalingen en Kokmeeuwen waargenomen. Tien paar ogen zoeken de IJsvogel, zonder resultaat. Meer resultaat hebben we bij plas 7 en 8. Op een zandplaatje in plas 7 zit een adult Pontische Meeuw met slechts enkele Storm- en Kokmeeuwen en op plas 8 wordt waarachtig de Topper-man tevoorschijn getoverd. Tien minuten hebben we. Nadat iedereen de vogel heeft kunnen bekijken, vliegt deze samen met een vrouw Kuifeend op en draait na een rondje voor ons langs richting plas 9, ons, twee Brilduikers, zes Wintertalingen en de rest verbaasd achterlatend. Doch, we hebben 'm toch nog! De melding van een Roodhalsgans brengt ons de A73 op, richting Venray-Noord. Bij Well draaien we de brug af en een minuut later hebben we enkele tientallen Toendrarietganzen, drie Kleine Zwanen, een Zwarte Zwaan en een twintigtal Knobbelzwanen in beeld. Het hoost, de pret is echter nog hoog en niemand heeft de gedachte te kappen met de tocht. Onder de brug door richting Elsteren, waar we aanschuiven bij Rob Voesten. In een wuivend veld van een paar duizend ganzen zit ergens de Rotgans en niet veel later wordt de vogel vooraan in de groep teruggevonden. Achteraan foerageren drie Brandganzen en tussen de Kolganzen foerageren ook een hondertal Toendrarietganzen. Aan de andere kant van ons stapt een Grote Zilverreiger door een wei. We kunnen helaas geen Taigarietganzen ontdekken, wel twee Kolganzen met een gelige ring rond de ogen en met dank aan Rob Voesten voor de aanwijzingen willen we instappen. Net als alles droog is gesteld, slingert Rob een 'KHEB UM!' de lucht in. Het blijkt om de Dwerggans te gaan. Snel vervoegen we ons weer bij Rob. Zijn telescoop staat echter zo opgesteld bij zijn auto, dat een snelle blik werpen moeilijk is. Rap pak ik mijn telescoop en op aanwijzen krijg ik de vogel in beeld: gele oogring, hoge smalle bles, schijnbaar ongestreepte buik en grootte maken het plaatje af. Twee minuten later ontploft er vuurwerk. Een boer aan de rand van het weiland schiet pijlen af. De eerste helft gaat de lucht in, de groep mét de Dwerggans blijft verstijfd staan. Evenals wij. Om na een tweede knal ook de lucht in te gaan. Bedoel de ganzen. Maar ook wij ontploffen door het gebeuren. De boer blijf vuren en de ganzen zoeken hun heil verderop. Dit is flink balen voor de rest van de groep, die de vogel helaas moet missen.
Ontgoocheld en kwaad verlaten we Well en rijden via de uiterwaarden naar het noorden. Waar gisteren nog vele ganzen zaten, is het nu rustig. Bij Gennep begint een interessante tocht, waarvan ik denk dat de rest van de mensen zal denken 'waar gaat die Remco in vredesnaam heen'. Iets soepeler dan gisteren loods ik ons via Ven-Zelderheide naar De Banen. Het toenemen van de donkere lucht doet me besluiten gelijk door te rijden naar de Sint Jansberg voor een wandeling door de Diepen. Langs het wandelpad met de berkjes onderlangs lopen we het bos in. Ik hoop op een Kleine Bonte Specht, maar het is rustig. Het zal al te schemerig zijn. We stuiten op een groep mezen, waar onder andere drie Glanskoppen en een paar Goudhanen meevliegen. Boomklevers kleven zich roepend een weg door de beuken. Een Havik vliegt laag noordwaarts over het bos, een Sijs oostwaarts. De rest is stil. Bij de drie bosvijvers ontwikkelen we een kollektieve nekpijn. Aandachtig speuren we de toppen van de bomen af, in de hoop een Middelste bonte specht te mogen zien. Net als de IJsvogel blijft ook deze stil. Na een slentergang door het bos, met regelmatig kijk- en luisterpauzes komen we aan bij de noordkant. Altijd een schitterend vergezicht, ditmaal muzikaal ondersteund door drie mauwende Buizerds. Een vierde ontrekt zich hieraan en houdt zich bezig met hun andere hobby: paalzitten.
Het begint steeds meer te schemeren en met nog een aantal Goudhanen, een Grote bonte specht en een groep Vinken op een akker op zak keren we om half vijf terug bij de auto's bij restaurant De Diepen. De twee chauffeurs brengen hun passagiers terug naar het HD-gemaal, Jan brengt Hennie en mij naar huis. Ik ben een beetje stil thuis. Vol verwondering door én de hoeveelheid (leuke) soorten en het doorzetten van iedereen ondanks de af en toe slagregens kan ik alleen maar stil zijn.
En nagenieten!
Alle deelnemers, en niet genoemde vogelsoorten, hartelijk dank, de chauffeurs Jan Hartog, Harry Nieboer en Geert Lamers nog meer en wat deze excursie betreft: tot volgend jaar! Mét regen, ditmaal succes gegarandeerd!
Vanaf een afstandje is al te zien dat er weer drie ganzen op de dijk zitten: het setje Grauwe/Kleine Rietgans is weer compleet en laten zich uitdagend bekijken. Ze zwemmen van ons af. Echt wild dus! Na een korte natte check van de rest van de plas slaan we de Hezelstraat in. Langzaam rijden we langs het eerste rietveld, het lijkt rustig. Door het open raam hoor ik een 'huwiet'-roepje. Met een 'je-weet-maar-nooit' stoppen we. Als je een raar geluid in een bosje niet kunt plaatsen, maak er dan maar een Koolmees van. Zo ook in dit geval. Tot onze verbazing klinkt er ineens 'ping' uit het riet. Als snel heeft Martin Slot de Baardmannetjes in beeld. Ze blijken vlak voor ons in een klein rietstukje te zitten. Zelf tel ik er vier, er worden er zes geteld. Dit gaat héél goed! Ook drie Waterrallen gillen het uit. Bij het tweede rietveld stoppen we ook weer even, hier werden de Baardmennekes eerder gehoord. Één persoon meent hier ook een Baardman te horen, het blijft daarna helaas stil. Een Grote Zilverreiger flapt zich een weg over de weilanden bij de Plak en er worden enkele Kramsvogels roepend gehoord. Een Rietgors vliegt naar het westen. Langs de Kruisstraat wordt een groepje ganzen bekeken. De Grauwe Ganzen gaan, gestoord door een boer, later op de wieken.
Bij de Bisonbaai wordt alles weer uitgeladen. Een groep Huimussen knussen gezellig in de haag bij Oortjeshekken, een wolk Groenlingen vormt een eigen bui en valt snel weer in. Er zitten weinig eenden op de baai, het leukste vliegt over: een Grote Mantelmeeuw, tien Kieviten, negen Wulpen en een Sperwer. Onder toeziend oog van twee adulten ontleden twee juveniele Grote Mantelmeeuwen een ondefiniëerbaar iets op het strandje bij de steenfabriek aan de Erlecomsedam. Bij het infobord van de Kaliwaal is het hoogtepunt twee Waterpiepers, de rest is leeg. Op een kolkje langs de Duffeltdijk zie ik het silhouet van iets bekends. We rijden langzaam door, maar de rem wordt toch ingetrapt: een vrouw Grote Zaagbek trekt haar baantjes. Het plan om een wandeling te gaan maken op de Duivelsberg regent even snel weg als het bedenken er van. We zetten in op het idee om onder de inmiddels erg donkere regenbuien door te gaan rijden en in te zetten op een droge Kraaienbergse Plassen. Via Berg en Dal, Groesbeek, Mook en de Toendrarietganzen aan de westkant van plas 9, draaien we later de parkeerplaats van deze de plas op. Ditmaal geen bevriezende omstandigheden als gisteren en hoopvol richten we halverwege het fietspad langs de plas de telescopen op het wateroppervlak. Twee Brilduikers schieten langs, de Topper wordt helaas een Dobber. Wel ben ik zelf even sprakeloos als er ineens een Grote Zeeëend in m'n kijker verschijnt. Dit lijkt sterk een andere vogel als eerst: de vogel heeft geen witte kopvlekken zoals bij de eerdere vogel wel goed zichtbaar was. In de toppen van een groep bomen worden de Zanglijster en drie Koperwieken aan de lijst toegevoegd.
Na het tunneltje gepasseerd te zijn rijden we Linden binnen. Langs de noordkant van de KBP rijden we naar plas 5. Een Holenduif op de reling van de brug ten noorden van Linden wordt er bijna afgeblazen door ons passeren. Een stuk verderop, bij de boerderij bij Ganzenorgel hebben zes Holenduiven ieder hun eigen weidepaaltje. Een groep Ringmussen bekijkt vanuit een boom de Vinken die het kuilvoer proberen te decimeren. De Kramsvogel op een paadje wordt opgemerkt en tien minuten later staan we vanaf de noordoever te genieten van de nog aanwezige Roodkeelduiker. In een hoekje zwemmen een man en twee vrouw Grote Zaagbek en na een telling van de hele plas kan ik 19 Brilduikers noteren. We proberen de Roodkeelduiker dichterbij te bekijken en rijden naar de zuidkant van de plas. Tuurlijk zwemt de duiker nu voor onze oude plek. De Bergeend op de zandplaat wordt vanaf deze plek al opgemerkt en later van dichtbij vanuit de hut bekeken. Een hele grote groep ganzen, met in ieder geval Kol en Rietganzen strijkt neer langs de provinciale weg ten zuiden van de hut, in de hut wordt onder genot van een kop thee (Hennie) of koffie (de rest) een Tafeleend, Dodaars, Witte Kwikstaart, Wintertalingen en Kokmeeuwen waargenomen. Tien paar ogen zoeken de IJsvogel, zonder resultaat. Meer resultaat hebben we bij plas 7 en 8. Op een zandplaatje in plas 7 zit een adult Pontische Meeuw met slechts enkele Storm- en Kokmeeuwen en op plas 8 wordt waarachtig de Topper-man tevoorschijn getoverd. Tien minuten hebben we. Nadat iedereen de vogel heeft kunnen bekijken, vliegt deze samen met een vrouw Kuifeend op en draait na een rondje voor ons langs richting plas 9, ons, twee Brilduikers, zes Wintertalingen en de rest verbaasd achterlatend. Doch, we hebben 'm toch nog! De melding van een Roodhalsgans brengt ons de A73 op, richting Venray-Noord. Bij Well draaien we de brug af en een minuut later hebben we enkele tientallen Toendrarietganzen, drie Kleine Zwanen, een Zwarte Zwaan en een twintigtal Knobbelzwanen in beeld. Het hoost, de pret is echter nog hoog en niemand heeft de gedachte te kappen met de tocht. Onder de brug door richting Elsteren, waar we aanschuiven bij Rob Voesten. In een wuivend veld van een paar duizend ganzen zit ergens de Rotgans en niet veel later wordt de vogel vooraan in de groep teruggevonden. Achteraan foerageren drie Brandganzen en tussen de Kolganzen foerageren ook een hondertal Toendrarietganzen. Aan de andere kant van ons stapt een Grote Zilverreiger door een wei. We kunnen helaas geen Taigarietganzen ontdekken, wel twee Kolganzen met een gelige ring rond de ogen en met dank aan Rob Voesten voor de aanwijzingen willen we instappen. Net als alles droog is gesteld, slingert Rob een 'KHEB UM!' de lucht in. Het blijkt om de Dwerggans te gaan. Snel vervoegen we ons weer bij Rob. Zijn telescoop staat echter zo opgesteld bij zijn auto, dat een snelle blik werpen moeilijk is. Rap pak ik mijn telescoop en op aanwijzen krijg ik de vogel in beeld: gele oogring, hoge smalle bles, schijnbaar ongestreepte buik en grootte maken het plaatje af. Twee minuten later ontploft er vuurwerk. Een boer aan de rand van het weiland schiet pijlen af. De eerste helft gaat de lucht in, de groep mét de Dwerggans blijft verstijfd staan. Evenals wij. Om na een tweede knal ook de lucht in te gaan. Bedoel de ganzen. Maar ook wij ontploffen door het gebeuren. De boer blijf vuren en de ganzen zoeken hun heil verderop. Dit is flink balen voor de rest van de groep, die de vogel helaas moet missen.
Ontgoocheld en kwaad verlaten we Well en rijden via de uiterwaarden naar het noorden. Waar gisteren nog vele ganzen zaten, is het nu rustig. Bij Gennep begint een interessante tocht, waarvan ik denk dat de rest van de mensen zal denken 'waar gaat die Remco in vredesnaam heen'. Iets soepeler dan gisteren loods ik ons via Ven-Zelderheide naar De Banen. Het toenemen van de donkere lucht doet me besluiten gelijk door te rijden naar de Sint Jansberg voor een wandeling door de Diepen. Langs het wandelpad met de berkjes onderlangs lopen we het bos in. Ik hoop op een Kleine Bonte Specht, maar het is rustig. Het zal al te schemerig zijn. We stuiten op een groep mezen, waar onder andere drie Glanskoppen en een paar Goudhanen meevliegen. Boomklevers kleven zich roepend een weg door de beuken. Een Havik vliegt laag noordwaarts over het bos, een Sijs oostwaarts. De rest is stil. Bij de drie bosvijvers ontwikkelen we een kollektieve nekpijn. Aandachtig speuren we de toppen van de bomen af, in de hoop een Middelste bonte specht te mogen zien. Net als de IJsvogel blijft ook deze stil. Na een slentergang door het bos, met regelmatig kijk- en luisterpauzes komen we aan bij de noordkant. Altijd een schitterend vergezicht, ditmaal muzikaal ondersteund door drie mauwende Buizerds. Een vierde ontrekt zich hieraan en houdt zich bezig met hun andere hobby: paalzitten.
Het begint steeds meer te schemeren en met nog een aantal Goudhanen, een Grote bonte specht en een groep Vinken op een akker op zak keren we om half vijf terug bij de auto's bij restaurant De Diepen. De twee chauffeurs brengen hun passagiers terug naar het HD-gemaal, Jan brengt Hennie en mij naar huis. Ik ben een beetje stil thuis. Vol verwondering door én de hoeveelheid (leuke) soorten en het doorzetten van iedereen ondanks de af en toe slagregens kan ik alleen maar stil zijn.
En nagenieten!
Alle deelnemers, en niet genoemde vogelsoorten, hartelijk dank, de chauffeurs Jan Hartog, Harry Nieboer en Geert Lamers nog meer en wat deze excursie betreft: tot volgend jaar! Mét regen, ditmaal succes gegarandeerd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten